Een beeldverhaal in korte zinnen, met overwegend niet meer dan tweelettergrepige woorden, waarin over een zestienjarige jongen wordt verteld die met een vriendin naar een schoolfeest gaat. Tussendoor kaart zijn moeder bij haar man aan dat ze opnieuw wil gaan werken nu hun dochtertje alweer een half jaar is. Over het feest komt de lezer weinig meer te weten dan het noemen ervan, het ernaar toegaan en het weer thuiskomen. Het verhaal is een vervolg op de achtdelige Vlaamse soap 'Nieuw leven', net als het boek bedoeld als lesmateriaal voor laaggeletterde anderstalige volwassenen. Volgens de flaptekst is het verhaal zonder die filmpjes te volgen. Dit is maar voor een deel waar. De personages en hun relaties tot elkaar worden niet benoemd. Een paar Vlaamse woorden zullen niet gauw worden begrepen: 'zetel' (op de foto een zitbank), 'tassen' als theekopjes en 'terug' in de betekenis van weer of opnieuw. De foto's illustreren de vertelling niet. Het zijn verstilde plaatjes, die het verhaal nauwelijks raken. Het is de samenstellers niet gelukt de titel, de foto's en de tekst organisch samen te brengen; de componenten vervreemden eerder dan dat zij verbinden. Niveau A1 ERK.